Interview Thijs Blom, data-analist bij RIWA-Maas: “Deze tool geeft ons inzicht in de verspreiding van schadelijke stoffen in de Maas”

Van een aantal stoffen in de bronnen voor drinkwater hebben drinkwaterbedrijven vooral veel last: stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van mensen en dieren, die moeilijk uit het water te zuiveren zijn en bij metingen veel gevonden worden. Zoals industriële verontreinigingen, consumentenproducten en medicijnen en diverse gewasbeschermingsmiddelen.

De Schone Maaswaterketen (SMWK), een samenwerkingsverband van drinkwaterbedrijven, waterschappen, Rijkswaterstaat, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en RIWA-Maas, wil dit soort microverontreinigingen in de Maas omlaag te brengen. Dit is een verzamelnaam voor een grote groep stoffen met verschillende toepassingen en uiteenlopende chemische eigenschappen. Het doel is om in 2040 een reductie van 30% te bereiken vergeleken met 2023 toen het gezamelijke meetnet van SMWK van start is gegaan. Om te weten of dat gelukt is, meet de SMWK op 30 meetpunten minimaal vier keer per jaar 38 stoffen.

Vier trainees van het Nationaal Water Traineeship ontwikkelden een tool hiervoor. “De tool laat zien hoe ver we inmiddels zijn met de reductie,” licht Thijs Blom, de projectleider toe. “Zien we nu een stijging van de concentratie van een bepaalde stof in de Maas of daalt deze? Zijn we op de goede weg? En leggen we de focus op de juiste stoffen?”

Drie soorten stoffen en locaties

In het onderzoek is naar de 38 stoffen die de SMWK gezamenlijk meet gekeken en die zijn in te delen in drie categorieën. Ten eerste Industriële verontreinigingen en consumentenproducten, ten tweede restanten van Geneesmiddelen en hormoonverstorende stoffen en  ten derde Gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun metabolieten.

Ook zijn er drie categorieën locaties. Ten eerste de meetpunten in de oppervlaktewater­punten: 19 locaties in de Maas, waar de waterschappen, drinkwaterbedrijven, Rijkswaterstaat of de Vlaamse Milieumaatschappij meten. De tweede categorie zijn de meetpunten bij vier innamepunten, waar drinkwaterbedrijven WML, Dunea en Evides water uit de Maas onttrekken voor de drinkwaterproductie. De derde categorie is het effluent van vijf rioolwaterzuiverings­installaties (rwzi’s), waar waterschappen het gemeentelijke rioolwater zuiveren.

Hotspots

In de tool zitten data uit de periode 2019 tot en met 2023. De metingen komen van de leden van RIWA-Maas voor deze vijf jaar en van De Schone Maaswaterketen, die in 2023 begonnen is met meten, ook in de zijrivieren.

De tool moet de trends in beeld brengen: in welke concentraties komen de stoffen in de drie categorieën voor en waar zijn de hotspots, de locaties waar de meeste overschrijdingen gemeten worden. Blom legt uit: “Dan kunnen we gericht op zoek naar de verontreinigingsbronnen met als doel die stoffen te verminderen.”

Thijs Blom, data-analist bij RIWA-Maas (Foto: Eelkje Colmjon, Eelk.nl)

Glyfosaat

Het onderzoek draait om drie categorieën stoffen en drie soorten categorieën locaties. De onderzoekers hebben een dashboard ontwikkeld voor alle 38 stoffen op de 29 meetlocaties.

De onderzoekers zoomden in op het gewasbeschermingsmiddel glyfosaat, een veelgebruikte en omstreden onkruidverdelger, die onlangs weer voor tien jaar toegelaten is door de EU en waar Blom vorig jaar binnen het traineeship al onderzoek naar deed (zie het jaarrapport 2023 op p. 44). Wettelijk mogen drinkwaterbedrijven geen drinkwater produceren van grond- of oppervlaktewater waar meer dan 0,1 microgram per liter gewasbeschermingsmiddel in zit.

PFOA en een pijnstiller

De tweede stof waar de onderzoekers naar keken was PFOA, een chemische stof uit de groep van poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS), waar duizenden varianten van zijn. Dit type is veel toegepast in allerlei producten en staat sinds 2013 op de Europese lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen. Het RIVM noemt tal van schadelijke effecten op de gezondheid.

De derde stof is het medicijn diclofenac, een van de meest voorgeschreven pijnstillers die ook ontstekingsremmend werkt. Net als andere geneesmiddelen komen de restanten via het riool en de rioolzuiveringsinstallaties in de rivieren, waaronder de Maas terecht. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de stof schadelijk is voor dieren in het water.

Analyse van de data

In de tool kan je een keuze maken per stof, stofcategorie en meetpuntcategorie in een drop-down menu, legt Blom uit. “Dan krijg je een overzicht van alle stoffen en locaties die aan deze filters voldoen. Zo kun je bijvoorbeeld op de oppervlaktewaterpunten de concentraties geneesmiddelen zien en of je je reductiedoelstelling gaat halen.” Er is ook een tabje waarmee je de gemeten stoffen op de plattegrond van het Maasstroongebied kunt bekijken.

De werkgroep Monitoring en duiding van de SMWK maakt momenteel een analyse van de data in het dashboard. Blom: “De resultaten volgen snel, dan zullen we per stof een trendlijn zien die stijgt of daalt en kunnen we goed zien hoe ver we zijn met de reductiedoelstellingen.”

Trends in de Maas

Resultaten die Blom nu al kan zien: “Het is duidelijk dat glyfosaat over de afgelopen jaren bij de Bergsche Maas aan het afnemen is. Voor PFOA is een bijna rechte lijn te zien. Het stijgt een heel klein beetje, maar daar is nog niet echt een afname in te zien. Wat diclofenac betreft zie je een sterke seizoensgebondenheid, gemiddeld genomen neemt de stof niet signifcant af bij Bergsche Maas.  De metingen van de SMWK gaan ook de komende jaren door. Blom: “Als we ook van het SMWK-meetnet vijf jaar aan uniforme data hebben, zullen we nog duidelijkere trends kunnen zien.”


Tekst: Thessa Lageman, Onder Woorden

Dit interview is gepubliceerd in het RIWA Jaarrapport 2024 De Maas

De Maas dringend beschermen tegen lozingen van afvalwater

De Maas is een cruciale bron van drinkwater voor ruim 7 miljoen inwoners in Nederland en België. Lozingen van stoffen die niet afbreken, moeilijk te zuiveren zijn en schadelijk zijn voor mens en milieu, zetten de drinkwatervoorziening onder druk. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Vooral als de rivier weinig water afvoert is de Maas extra kwetsbaar voor lozingen van schadelijke stoffen. Lage rivierafvoeren zullen door het veranderende klimaat naar verwachting vaker en langduriger voorkomen. Juist dan is extra bescherming nodig.” Of deze bescherming adequaat in lozingsvergunningen is opgenomen heeft RIWA-Maas recent laten onderzoeken.

Vergunningen onvoldoende klimaatbestendig

Uit dit onderzoek blijkt dat de methode die Nederland gebruikt om rivierwater tegen lozingen te beschermen in de praktijk niet toereikend is. De methode gaat ervan uit dat een lozing 90% van het jaar aan de milieukwaliteitseisen voor oppervlaktewater voldoet; tijdens lage rivierafvoeren – gedurende 10% van het jaar – hoeft dit dus niet. In de praktijk blijkt echter dat tijdens droge zomers deze lage afvoeren gedurende veel langere perioden optreden. Lozingen kunnen zo een grotere en langdurigere negatieve invloed op de waterkwaliteit hebben dan in de vergunning is voorzien. Vanuit het drinkwater-perspectief is dat absoluut onwenselijk. RIWA roept op tot herziening van deze methode en een gedegen aanscherping van de methode ten aanzien van schadelijke stoffen.

Incidenten en PFAS-lozingen

Recente gebeurtenissen onderstrepen dat de bescherming van het rivierwater flink moet worden verscherpt. In augustus was er een lozing van het bestrijdingsmiddel propamocarb nabij Luik. De concentraties waren zo hoog, dat Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) de inname van Maaswater moest staken. Voor de drinkwaterproductie in Nederland was de rivier daardoor langdurig ongeschikt.

In juli werd een ontwerpvergunning gepubliceerd voor het lozen van industrieel afvalwater met PFAS – Zeer Zorgwekkende Stoffen – via het riool in Weert. Dat water komt uiteindelijk in het Nederlandse deel van de Maas terecht met verstrekkende gevolgen voor het milieu en de samenleving. Vergunningverlening van dergelijke lozingen komt vaker voor en staat haaks op het principe dat verontreiniging moet worden aangepakt bij de vervuilingsbron.

Transparantie als randvoorwaarde

Volgens RIWA moet er voor het hele Maasstroomgebied snel inzicht komen in welke stoffen bedrijven met hun afvalwater lozen. Essentieel daarbij is het opnemen van een einddatum in alle lozingsvergunningen. Zodat bij herziening gecontroleerd wordt welke stoffen daadwerkelijk geloosd worden en of de lozing niet schadelijk is bij lage rivierafvoeren. Vooral van bedrijven die afvalstoffen via de riolering lozen is in Nederland weinig tot niets bekend. In Vlaanderen is deze informatie veelal wél beschikbaar. Van der Ploeg: “RIWA roept Nederlandse gemeenten en provincies op hun zorgplicht serieus te nemen en deze transparantie te verschaffen. Het is essentieel dat bevoegde gezagen zich maximaal inzetten om emissies van schadelijke stoffen te voorkomen. Zonder deze inzet is een effectieve bescherming van de Maas als bron van drinkwater voor 7 miljoen mensen onmogelijk.”

Over RIWA-Maas

RIWA-Maas behartigt de belangen van drinkwaterbedrijven in Nederland en België die jaarlijks 500 miljard liter water uit de Maas onttrekken om hiervan drinkwater voor 7 miljoen klanten te bereiden. Dat water leveren zij in en rond Rotterdam, Den Haag, Brussel, Antwerpen, delen van Limburg en Zeeland en West-Vlaanderen. De hoge kwaliteit waaraan het drinkwater moet voldoen vereist een preventieve bescherming van het oppervlaktewater.


  • Lees via deze LINK het Jaarrapport van RIWA over de waterkwaliteit van de Maas.
  • Het onderzoek naar de stabiliteit van afvoerwaarden in lozingsvergunningen dat HKV Lijn in Water in opdracht van RIWA-Maas heeft uitgevoerd is via deze LINK