Ook afvalwaterlozingen volledig in kaart brengen om kwaliteit Maas te beschermen

Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Om de Maas als bron voor drinkwater goed te kunnen beschermen is een totaaloverzicht essentieel. Je moet weten welke schadelijke stoffen waar in het water terecht komen om noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen. Het is zorgelijk dat Nederland op dit moment geen overzicht heeft en ook moeite heeft die te krijgen.” Drinkwaterbedrijven zouden volgens de Kaderrichtlijn Water met steeds minder zuiveringsinspanning van oppervlaktewater drinkwater moeten kunnen maken, maar het wordt juist steeds moeilijker. In hun screening van rivierwater verschijnen onbekende stoffen waarvan de impact onduidelijk is en stoffen die zeer moeilijk te zuiveren zijn, zoals PFAS.

Deadline overzicht vergunningen en stoffen meten

Opvallend is dat diverse onderzoeken naar vergunningen aantonen dat juist de schadelijke stoffen veelal niet zijn opgenomen in de lozingsvoorschriften. En dat terwijl ze wel worden gemeten in de Maas. Daarom pleit RIWA voor een totaaloverzicht van alle vergunningen van bedrijven die afvalwater lozen op rivieren, kanalen en riolering.

Omdat schadelijke stoffen in de praktijk wel worden geloosd, wil RIWA aanvullend dat er structureel (nul)metingen op afvalwaterlozingen worden uitgevoerd. Hiermee kan de schadelijkheid van bedrijfslozingen beter en completer worden vastgesteld. Door striktere lozingsvoorschriften in vergunningen op te nemen moeten de schadelijke stoffen uit het rivierwater worden geweerd. Een geschikte deadline hiervoor is 22 december 2027, dan moet volgens de Europese Kaderrichtlijn Water overal in Europa de waterkwaliteit op orde zijn.

Aanscherping controle op afvalwater

Om de kwaliteit van het rivierwater verder te beschermen meent RIWA dat ook de controle en handhaving op lozingsvergunningen moet worden aangescherpt. Dat betekent structureel toezien op dat wat niet is vergund, ook niet wordt geloosd en bij overtredingen daadwerkelijk handelen, zodat schadelijke lozingen worden gestopt.

Van der Ploeg: “We hebben allen belang bij een schoon milieu en gezond en veilig drinkwater. De Maas is als regenrivier erg gevoelig voor de effecten van klimaatverandering. Wanneer Maaswater door droogte beperkt beschikbaar is en ook van slechte kwaliteit,  kan vrijwel niemand het water benutten. Daar ligt dus een collectief belang. Internationaal zijn betere afspraken nodig over het gebruik en de verdeling van het Maaswater maar ook over een betere bescherming ervan.” Samenwerking is essentieel om dit complexe vraagstuk succesvol op te lossen.

Lees het jaarrapport 2022 van RIWA-Maas.

Droogte toont noodzaak om Maas als bron van drinkwater beter te beschermen

We hebben de afgelopen vijf jaar vier zomers met lange periodes van lage afvoer van de Maas beleefd. Om de levering van veilig drinkwater te kunnen garanderen is de aanvoer van voldoende Maaswater van goede kwaliteit van groot belang. De waterkwaliteit staat bij lage rivierafvoeren juist onder druk,” aldus Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas. Om de drinkwatervoorziening te beschermen is het zaak om generiek, maar zeker tijdens de lage rivierafvoeren de waterkwaliteit beter en strenger te bewaken. De Maas wordt verontreinigd door industriële lozingen waarvoor vergunningen zijn afgegeven én door incidenten waarbij veelal industriële stoffen via de riolering of direct in het oppervlaktewater terecht komen.

Bij een beperkte aanvoer van Maaswater worden deze verontreinigingen minder verdund en nauwelijks afgevoerd. Drinkwaterbedrijven zijn hierdoor geregeld genoodzaakt om tijdelijk de inname van Maaswater te stoppen. In de toekomst zal dat naar verwachting vaker gebeuren. Doordat veel vergunningen niet algemeen toegankelijk zijn, is het moeilijk in te schatten waar welke verontreinigingen in de rivier terecht komen. Veel vergunningen zijn niet actueel, en juist de opkomende en schadelijke stoffen zijn veelal niet opgenomen. Zorgelijk is dat gedateerde vergunningen onvoldoende rekening met langdurige lage waterafvoeren, wanneer juist de waterkwaliteit extra beschermd moet worden.

Recent onderzoek in opdracht van RIWA-Maas dat is uitgevoerd door Deltares bevestigt dat lage afvoeren in de toekomst naar verwachting langduriger en extremer worden. Daarom werken drinkwaterbedrijven intensief samen met waterbeheerders om inzicht in lozingsvergunningen te krijgen en om lozingsincidenten in het Maasstroomgebied sneller op te sporen. Van der Ploeg: “Er is nog meer nodig. Het is essentieel dat er snel inzicht komt in álle industriële lozingen die direct of indirect in de Maas en haar zijrivieren terechtkomen. Deze vergunningen moeten volledig en actueel zijn en de stoffen die de drinkwaterproductie kunnen schaden moeten maximaal worden gereduceerd. Wij zien hier ook duidelijk een verantwoordelijkheid voor bedrijven.

Om op langdurige periodes van lage Maasafvoer en een stijgende watervraag te anticiperen, achten wij het noodzakelijk dat overheden, waterbeheerders, onderzoeksinstellingen en watergebruikers op nationaal en internationaal niveau de dialoog starten om samen tot betere en hardere afspraken te komen over het beheer van de Maas en de zijrivieren.” Dit schept duidelijkheid onder gebruikers en voorkomt conflicten over het gebruik van water in de toekomst.

Lees het volledige rapport van de Vereniging van Rivierwaterbedrijven over de waterkwaliteit van de Maas in 2021 hier.