Regionale overheden en drinkwaterbedrijven in beroep tegen verondiepen Belgische Maasplas

De Provincie Limburg, Gemeente Maasgouw en drie drinkwaterbedrijven gaan in beroep tegen de vergunning die is verleend om de Maasplas in Kinrooi (België) te verondiepen. Over de herkomst en verontreiniging van de grond die in de Maasplas terecht zou komen en de gevolgen daarvan op de omgeving is te weinig bekend. Om die reden zijn de partijen van mening dat dit inzicht er moet zijn voordat tot verondiepen overgegaan wordt. Zo wordt voorkomen dat de bodem en het water verontreinigd raken en daarmee het grondwater en de drinkwaterwinning in gevaar komt, dat Natura-2000 gebieden worden aangetast en dat in de regio waterrecreatie en toerisme onder druk komen te staan.

De Vlaamse overheid heeft in november 2021 een vergunning verleend aan grindconsortium Rekin THV om de Maasplas Vissenakker/Boterakker bij Kinrooi te verondiepen met grond, net over de grens bij Maasgouw (NL). De vergunning leidt in Kinrooi en omgeving, en dus ook in Nederland, tot onrust. Daarbij staat vooral de zorg centraal over de herkomst en mogelijke verontreiniging van de grond. Over deze vergunning hebben de Nederlandse belanghebbenden in december 2021 vernomen via de media. De Provincie Limburg, Gemeente Maasgouw en de drinkwaterbedrijven Waterleiding Maatschappij Limburg, Dunea en Evides Waterbedrijf gaan in beroep tegen deze vergunning.

De plas die verondiept zal worden staat in open verbinding met de Maas. Om het internationale maatschappelijk belang te dienen roepen de partijen op om een voorzorgsprincipe te hanteren. Ook de gemeente Kinrooi (B) is kritisch en in beroep gegaan. Rijkswaterstaat en het ministerie van IenW zijn in gesprek met Vlaanderen over welke grond precies zal worden toegepast. Zij dringen aan op duidelijke afspraken over de grondkwaliteit en de monitoring daarvan.

De Vlaamse overheid geeft aan dat de zorgen over herkomst en verontreiniging ten onrechte zijn omdat hierover afspraken zijn gemaakt met Rekin THV, maar toont zich bereidwillig om te komen tot nadere afspraken.

Extremen in Maasafvoer vragen om nauwere internationale samenwerking

RIWA toetst de waterkwaliteit van de Maas aan de hand van het European River Memorandum, de kwaliteitsstandaard van 170 Europese drinkwaterbedrijven voor rivierwater. De zogenoemde opkomende stoffen zijn een belangrijk aandachtspunt. Voor deze stoffen bestaan nog geen normen, of is de schadelijkheid nog niet vastgesteld. Het gaat vaak om stoffen van industriële herkomst, maar ook om restanten van geneesmiddelen. Om beter grip te krijgen op deze verontreinigingen, pleit RIWA voor meer internationale samenwerking: uitwisseling van informatie over lozingsvergunningen, leren van elkaars ervaringen om vergunningen aan te scherpen en – uiteindelijk – grensoverschrijdende bronbescherming door strikte handhaving en toezicht.

“In het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving is nog veel verbetering mogelijk” zegt Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas. “De milieu-informatie uit de industrie is niet actueel en stoffen die een risico vormen voor de drinkwaterproductie ontbreken vaak in vergunningen. Om de waterkwaliteit van de Maas goed te kunnen bewaken is het essentieel om beter te weten wat in de rivier terecht komt en waar. Dat betekent dat lozingsvergunningen op de rivier actueel, compleet en publiek toegankelijk moeten zijn. Daar worden nu stappen gezet, onder andere door Rijkswaterstaat. Daarmee zijn we er nog niet, er is nog veel te doen om ook inzicht in lozingen op het rioolstelsel te krijgen, wat via de rioolwaterzuiveringen in de Maas terecht komt.”

De afgelopen jaren kenmerkten zich door extremen in de Maasafvoer. Vier droge zomers zijn gevolgd door zware overstromingen. Veruit het grootste deel van het Maaswater dat in Nederland en Vlaanderen wordt gebruikt voor de drinkwatervoorziening is afkomstig uit het buitenland. Juist bij laagwater is de Maas kwetsbaar voor incidenten of (industriële) lozingen. Verontreinigingen worden dan minder verdund en nauwelijks afgevoerd. Naar verwachting zullen langdurige perioden met lage rivierafvoeren afgewisseld met hoge afvoeren en overstromingen in de toekomst vaker voorkomen. Om meer inzicht te krijgen in de gevolgen van klimaatverandering voor de beschikbaarheid van water in het internationale Maasstroomgebied is RIWA-Maas een onderzoek gestart, Hier wordt actief de samenwerking gezocht met andere Maas-gebruikers gezocht.

In het jaarrapport 2020 geeft RIWA-Maas concrete aanbevelingen om de Maas als bron voor drinkwater duurzaam te beschermen. Het betreft waterkwaliteit én de waterbeschikbaarheid:

  1. Atlas van de Schone Maas: maakt informatie over de invloed van de omgeving op de kwaliteit van de Maas transparant en toegankelijk voor het hele stroomgebied;
  2. hanteer het voorzorgbeginsel voor microverontreinigingen, zoals PFAS;
  3. optimaliseer het E-PRTR voor vergunningverlening en handhaving: maak milieu-informatie uit de industrie actueel, en vul deze aan met informatie voor de drinkwaterbereiding;
  4. organiseer meer onderzoek naar de laagwaterproblematiek en voer de internationale dialoog.

Het volledige rapport van de Vereniging van Rivierwaterbedrijven over de waterkwaliteit van Maas in 2020 is verkrijgbaar via: https://www.riwa-maas.org/publicatie/riwa-jaarrapport-2020-de-maas/