Interview Susanne Schmeier: “Beter samenwerken rond de Maas om conflicten te voorkomen”

Het werk van universitair hoofddocent Water Law and Diplomacy Susanne Schmeier draait om conflicten over water, “doordat er te weinig of juist te veel van is. Of omdat het water sterk verontreinigd is,” vertelt ze. We verwachten misschien dat dit soort spanningen zich afspelen in het Midden-Oosten en Afrika, maar zegt ze: “Ook in Europa komen ze voor en de kans op conflicten is groter vanwege klimaatverandering, toegenomen gebruik van water in landbouw en door huishoudens.”

Waterdiplomatie heet het vakgebied van Schmeier: “We proberen de escalatie van spanningen en conflicten te voorkomen om vervolgens negatieve impact op mensen, dieren en het milieu te voorkomen. Water kan een bron van conflict zijn, maar kan ons gelukkig ook samenbrengen.”

In Europa hebben we goede manieren om met waterconflicten om te gaan, vertelt ze. Bijvoorbeeld gesprekken en onderhandelingen tussen politici en medewerkers van organisaties als Rijkswaterstaat en de Internationale Maascommissie of zo nodig naar de rechter stappen. “Maar niet overal in de wereld zijn de relaties zo goed en dan kunnen er makkelijker problemen ontstaan.”

Auto’s en groente
Schmeier, die zelf uit Duitsland komt, noemt als voorbeeld van een conflict in Europa de Teslafabriek die recent in de buurt van Berlijn geopend is – voor het produceren van auto’s zijn enorme hoeveelheden water nodig. “Dit is een gebied met veel waterschaarste. In de zomer krijgen bewoners restricties: je mag je tuin niet sproeien en je auto niet wassen en dan komt er opeens zo’n grote fabriek. Daardoor zijn er spanningen en zijn bewoners rechtszaken begonnen tegen het bedrijf.”

Een ander voorbeeld is de strijd om water tussen Spanje en Portugal. Verschillende rivieren stromen door beide landen en in verdragen is vastgelegd wie hoeveel krijgt. “In de afgelopen jaren nam Spanje meer water dan toegestaan uit de rivier die naar Portugal stroomt,” vertelt ze. Daarnaast zegt ze: “Het water gaat allemaal naar de landbouw voor groenten die we hier eten, terwijl mensen daar niet genoeg water hebben.”

Naar elkaar wijzen
Dichter bij huis wijst Schmeier op het feit dat de rivierafvoeren de afgelopen zomers behoorlijk laag waren in Nederland en de omringende landen. Door de Rijn stroomde echt te weinig water en bij de Maas was naast de kwantiteit de kwaliteit een probleem omdat verontreinigingen te weinig verdund werden.

Als schadelijke stoffen in te hoge concentraties in het water zitten en drinkwaterbedrijven zelfs hun inname moeten stoppen, kunnen spanningen ontstaan tussen landen en sectoren over de vraag waar de vervuiling vandaan komt, legt ze uit. “Iedereen wijst dan naar elkaar.” Een goed, volledig overzicht van de vergunningen om schadelijke stoffen te lozen ontbreekt, waardoor we niet goed weten wat er allemaal in de Maas terecht komt.

Dijken in plaats van drinkwater
Om spanningen te voorkomen moet allereerst duidelijk zijn welke sectoren en groepen water gebruiken en hoeveel ze precies nodig hebben, legt Schmeier uit: huishoudens, de landbouw, industrie, scheepvaart, energiesector, toerisme, visvangst.

Maar wat als er niet genoeg voor iedereen is, wie krijgt dan voorrang? “Ja, dat is een uitdaging,” zegt ze. Landen kunnen wettelijke rangordes hanteren voor de verdeling van water bij waterschaarste. In Nederland heet dit de verdringingsreeks en in Vlaanderen het afwegingskader voor prioritair watergebruik. Anders dan in de meeste andere landen zijn in Nederland de dijken in plaats van drinkwater de eerste prioriteit. “Die moeten vochtig blijven,” licht Schmeier toe. “Als het water in de rivieren en het grondwater te laag staan, kunnen ze breken en als er dan veel regen valt, heb je een probleem.” In de verdringingsreeks en het afwegingskader voor prioritair watergebruik wordt geen rekening met de waterkwaliteit gehouden.

Susanne Schmeier, universitair hoofddocent Water Law and Diplomacy bij het IHE Delft Institute for Water Education (Foto: Eelkje Colmjon, Eelk.nl )

En wat doe je als rivieren door meerdere landen stromen? Schmeier: “Dit is vaak internationaal niet geregeld, ook in het Maasstroomgebied niet. Het is lastig om aan mensen uit een ander land uit te leggen dat ze minder drinkwater krijgen omdat hun buren het water ergens voor nodig hebben.” Je moet kortom omgaan met allerlei gevoelens: iedereen laten begrijpen wie waarvoor water nodig heeft en dan een compromis vinden. Een goed beeld hebben van welke sectoren en groepen water gebruiken en hoeveel ze precies nodig hebben helpt daar dus bij.

Meer onderzoek naar droogte
Spanningen over water zijn nog vrij nieuw in Europa, vertelt Schmeier. “We zijn nu langzaam aan het kijken wat er tegen gedaan kan worden.” Betere data zijn allereerst nodig, benadrukt ze. Over hoeveel water er door de rivieren stroomt, wat het verschil is tussen de zomer en de winter en wat we kunnen verwachten over 10, 30 en 50 jaar met oog op de klimaatverandering. En welk effect kan dat hebben op de verontreinigingen en wat betekent dat voor ons drinkwater en daarnaast voor de dieren en planten?

De meeste onderzoeken over water in Europa gaan over de waterkwaliteit, niet over waterschaarste, zegt Schmeier. “Het onderwerp droogte stond lange tijd niet op de kaart in Nederland, want er was altijd het gevoel genoeg te hebben. Nederland heeft veel ervaring met overstromingsmanagement, wat we nu moeten versterken met kennis en kunde op het gebied van droogtemanagement.”

Betere technologie
Met de juiste data over droogte in Nederland kunnen we voor het internationale Maasstroomgebied onderhandelen, tot overeenkomsten komen en beleidsmaatregelen nemen: ons gezamenlijk voorbereiden, ons aanpassen, betere technologie ontwikkelen en daarin investeren. Als voorbeeld noemt ze efficiëntere irrigatietechnologie door het water bij de wortels van planten te geven in plaats van het erover heen sproeien waarbij veel water verdampt. En als we meer investeren in zonne- en windenergie is er minder koelwater nodig voor energiecentrales.

Een andere mogelijkheid is om meer dammen en reservoirs te bouwen om water vast te houden wanneer het veel regent. Schmeier: “Maar dat heeft veel milieuproblemen tot gevolg. We moeten daarom goed alle verschillende opties afwegen en nadenken hoe we om kunnen gaan met de uitdagingen die op ons afkomen. Zo kunnen in deze context investeringen over de grens mogelijk bijdragen aan oplossingen.”

Het is belangrijk dat landen elkaar op de hoogte stellen van wat ze willen doen en samen plannen maken, zegt ze. Zo dreigde de Egyptische president een paar jaar geleden om zijn leger naar Ethiopië te sturen omdat de Ethiopiërs bezig waren een dam te bouwen, wat invloed had op de hoeveelheid water in de Nijl in Egypte.

Meer begrip door serious game
Het IHE Delft Institute for Water Education, waar Schmeier werkt, maakt gebruik van serious games om de theorie te illustreren en begrip te kweken voor de verschillende behoeften aan water. Die gebruikt het instituut in onderwijs aan de studenten en bij trainingen aan medewerkers van buitenlandse overheids¬instellingen, onderzoeksinstituten en ngo’s.

In de serious games zijn verschillende scenario’s ingebouwd: meer of minder bevolkingsgroei, klimaatverandering, een of meer dammen bijvoorbeeld. Deelnemers krijgen verschillende rollen: een speelt de minister van milieu, de ander een afgevaardigde van een ngo, een derde een bewoner. “Normaalgesproken denk je vooral aan je eigen perspectief en nationale belangen,” zegt Schmeier. “Door zo’n spel te spelen kun je er veel neutraler en objectiever naar kijken en samen discussiëren over de beste oplossing.”

Oorlog om water
Waterconflicten zijn er in allerlei gradaties. Conflicten als die tussen Egypte en Ethiopië kennen we niet in Europa en is voor zover bekend nog maar één keer in de geschiedenis een echte oorlog over water uitgebroken, vertelt Schmeier. Dat was meer dan 3.000 jaar geleden tussen de koninkrijken Umma en Lagash in het huidige Irak.

Een oorlog om water kun je namelijk niet winnen. “Water is zo belangrijk dat landen uiteindelijk besluiten samen te werken,” zegt ze. “Want wat kun je doen als je buurman een dam bouwt? Als je de dam opblaast, krijg je een overstroming over je heen.” Bovendien hebben landen die een conflict hebben om water vaak desondanks handelsrelaties. “Ga je dat op het spel zetten en vechten om water? Ik denk het niet.”

Spanningen die lange tijd aanhouden, komen wel voor. In Turkije, Iran, Irak en Syrië bijvoorbeeld, rond de Eufraat en de Tigris. “Dan zijn het de bewoners die eronder lijden.” Een ander voorbeeld die ze noemt zijn gebieden in Afrika waar competitie en lokaal geweld is tussen boeren en herders over de toegang tot een waterbron.

In actie komen
Terug naar de Maas. Schmeier benadrukt dat de landen rond deze rivier al heel lang samenwerken: in 1863 was er al een verdrag over het gebruik van het Maaswater. “Heel goed deze lange historie van samenwerking. Aan de andere kant zijn er veel nieuwe problemen, waar nog onvoldoende mee gebeurt.” Ze doelt op de daling van de waterkwaliteit doordat er vaak minder water door de Maas stroomt en op de stijging van schadelijke chemicaliën, zoals PFAS. “Iedereen weet van deze problemen, maar er wordt te weinig aan gedaan.”

Als goed voorbeeld van hoe het ook kan, noemt ze de landen rond de Donau die een strategie afgesproken hebben over hoe ze omgaan met de lage waterniveaus door klimaatverandering. “Ik denk dat er in het Maasstroomgebied nog flink wat werk te verrichten is. Als die 19 landen rond de Donau het kunnen, dan zou het ook bij de Maas moeten lukken. Het is de hoogste tijd dat de landen en sectoren rond de Maas meer gaan samenwerken en in actie komen. Zo kunnen we vermijden dat er spanningen ontstaan die van invloed zijn op de bevolking, het milieu en de economie.”


Tekst: Thessa Lageman, Onder Woorden

Dit interview is gepubliceerd in het RIWA Jaarrapport 2023 De Maas

Interview Michelle van Vliet: “Door droogte is er minder water om verontreinigingen te verdunnen.”

Wereldwijd heeft 30% van de bevolking een tekort aan water. Dit percentage is maar liefst 40% van de wereldbevolking als we rekening houden met de waterkwaliteit, naast de hoeveelheid water die de verschillende sectoren nodig hebben. Dat blijkt uit onderzoek van Michelle van Vliet van het departement Fysische Geografie van de faculteit Geowetenschappen, Universiteit van Utrecht.

Zij en haar collega’s ontwikkelden een concept voor waterschaarste waarin de waterkwaliteit wordt meegenomen in de berekeningen. “Veel studies over waterschaarste kijken alleen naar de hoeveelheid water: hoeveel water hebben we nodig en hoeveel is er beschikbaar?” licht ze toe. “Wij hebben ook de kwaliteit meegenomen en de kwaliteitseisen die sectoren stellen.”

Kwaliteitseisen per sector
In veel delen van de wereld, waaronder Nederland, is het niet goed gesteld met de kwaliteit van het water in de rivieren. “Klimaatverandering doet daar nog eens een schepje bovenop,” zegt Van Vliet. Haar onderzoek draait om de effecten die wereldwijde veranderingen hebben op de beschikbaarheid en de vraag naar water van goede kwaliteit. Naast klimaatverandering speelt de groeiende wereldbevolking een belangrijke rol. De vraag naar schoon water neemt toe, maar er komen tegelijkertijd meer verontreinigen in ons water, vooral in gebieden met weinig afvalwaterzuivering.

Behalve door huishoudens wordt in de landbouw veel water gebruikt: vooral voor het irrigeren van gewassen en daarnaast voor de veeteelt. Verder gebruiken bedrijven en industrieën grote hoeveel¬heden water, net als de energiesector: voor het koelen van de centrales. De onderzoekers keken ook naar de kwaliteitseisen van de verschillende sectoren en wanneer er voor elke sector sprake is van waterschaarste. Zo mag er voor het irrigeren van gewassen in de landbouw niet te veel zout in het water zitten en voor de energiesector kan de watertemperatuur niet te hoog zijn.

Opkomst van chemicaliën
Uit het onderzoek bleek dat grote delen van de wereld te maken hebben met een slechte waterkwaliteit. Het type waterkwaliteitsproblemen verschilt echter nogal wereldwijd, zag Van Vliet. Zo kampen ontwikkelingslanden vooral met organische verontreinigingen en ziekteverwekkers in water, die er vaak door gebrekkige sanitaire voorzieningen en lekkende riolen in zijn komen. Door beperkte mogelijkheden om het water te zuiveren zijn de concentraties daarvan in grote delen van Azië, Afrika en Zuid-Amerika te hoog.

In welvarende landen speelt vooral de enorme opkomst van door mensen gemaakte stoffen, vertelt ze, zoals pesticiden, medicijnresten en PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen). “Die zijn vaak lastig te zuiveren of het is duur om het water schoon te maken. Daar is veel aandacht voor en terecht.”

Minder verdunning
Het onderzoek maakte verder duidelijk dat de vraag naar water vooral toeneemt als er sprake is van droogte én een hittegolf. “Naar verwachting zullen beide door de klimaatverandering wereldwijd vaker voor gaan komen en extremer zijn,” zegt Van Vliet. “Dat betekent dat er in de zomer minder water stroomt door de rivieren, waaronder de Maas, terwijl de vraag naar water waarschijnlijk juist stijgt: er is dan een disbalans tussen de beschikbaarheid van water van goede kwaliteit ten opzichte van de vraag.”

Michelle van Vliet, hoogleraar Waterkwaliteit en Duurzame Watersystemen bij de Universiteit van Utrecht (Foto: Eelkje Colmjon, Eelk.nl )

Tegelijkertijd is de waterkwaliteit in deze periodes van droogte vaak slechter, vertelt ze, omdat er dan minder water is om verontreinigingen te verdunnen. “Het zoutgehalte en concentraties schadelijke stoffen die moeilijk afbreekbaar zijn nemen dan toe. Hierdoor worden steeds vaker de waterkwaliteits¬normen overschreden.” Dat komt met name door lozingen van de industrie en vanuit rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Concentraties van geneesmiddelen in rivieren, waaronder de Maas, worden in veel gevallen hoger tijdens droge periodes. Van Vliet noemt als voorbeeld het medicijn carbamazepine, dat gebruikt wordt als anti-epileptica en bij bipolaire stoornissen en onder andere in de Maas is gevonden. Tijdens de droogte van 2018 werden hierdoor de streefwaarden overschreden van het European River Memorandum (ERM). Drinkwaterbedrijven uit de stroomgebieden van de Maas, Rijn, Donau, Elbe, Ruhr en Schelde kunnen op duurzame wijze met natuurlijke zuiveringsmethoden drinkwater bereiden als oppervlaktewater aan deze ERM-streefwaarden voldoet.

De invloed op de Maas
Van Vliet en haar collega’s deden naast hun wereldwijde onderzoek twee studies naar wat droogte en hittegolven betekenen voor de waterkwaliteit van specifiek de Maas. Ook daaruit bleek duidelijk dat er bij een lage afvoer (hoeveel water op een bepaald moment op een specifieke locatie voorbij stroomt) minder water is om verontreinigingen te verdunnen. “De concentraties schadelijke stoffen gaan dan omhoog, net als het zoutgehalte. De watertemperatuur stijgt en daardoor neemt de hoeveelheid algen toe.”

Opmerkelijk genoeg betekenen droogte en hoge temperaturen niet bij alle stoffen een verslechtering van de waterkwaliteit, vertelt ze verder. “Zo stromen er als het weinig regent minder meststoffen en bestrijdingsmiddelen van de landbouwgronden naar de sloten en rivieren. Sommige verontreinigen breken bovendien sneller af bij hoge temperaturen.”

Aanpassen aan veranderingen
De onderzoekers bekeken hoe we het beste kunnen omgaan met dit soort veranderingen om te voorkomen dat de waterkwaliteit nog verder achteruit gaat. Van Vliet: “Zeker voor regenrivieren als de Maas is het belangrijk dat we in lozingsvergunningen rekening gaan houden met de lagere rivierafvoeren en het vaker voorkomen van droogte. We moeten tijdens die warmere, droge zomers voorkomen dat we hogere concentraties schadelijke stoffen in de rivieren krijgen. Kortom de hoeveelheid geloosde stoffen sterk beperken, rekening houdend met de hoeveelheid water in de rivier.”

Van Vliet noemt het feit dat een deel van de Nederlandse lozingsvergunningen nogal verouderd zijn en uitgaan van veel meer water in de rivieren dan nu en in de toekomst. “Er moeten nodig updates komen en hierbij blijft het belangrijk om de lozingsvergunningen met onze buurlanden goed af te stemmen.”

Naast betere vergunningen moeten we, benadrukt Van Vliet met oog op de vaker voorkomende droogtes, het water beter vast gaan houden in plaats van het zo snel mogelijk af te voeren richting zee. “Meer water opslaan in buffers, zodat we daar tijdens drogere periodes profijt van hebben.”

Betere waterkwaliteit
Zo’n 40% van de wereldbevolking heeft op dit moment dus te weinig water van goede kwaliteit. Dat is het geval tijdens bepaalde periodes in het jaar, in India en China en in grote delen van de VS en Europa. Ook in Nederland hebben we soms te maken met waterschaarste door geringe waterbeschikbaarheid en slechte kwaliteit. Bijvoorbeeld tijdens droge zomers als het zoutgehalte toeneemt, waardoor er minder mogelijkheden zijn om het water te gebruiken voor het irrigeren van gewassen.

Gaat dit percentage vanwege de klimaatverandering in de komende jaren nog stijgen? Van Vliet en haar collega’s doen hier momenteel onderzoek naar. Duidelijk is al dat in gebieden waar de bevolking gaat toenemen, zoals in Midden-Afrika, de vraag naar water stijgt en de kwaliteit ervan gaat dalen. In sommige delen van de wereld, zoals China, zal de kwaliteit naar verwachting juist verbeteren door een daling van de bevolking en een verbetering en uitbreiding van de waterzuiveringsinstallaties.

Meer bewustzijn nodig
Van Vliet communiceert de resultaten van haar onderzoeken graag naar het brede publiek, naar waterbeheerders en beleidsmakers. Ze hoopt ermee bij te dragen aan een verbetering van de waterkwaliteit. “Er is nog relatief weinig kennis over de effecten van wereldwijde veranderingen op de waterkwaliteit. We hebben nog veel vragen, bijvoorbeeld over de gezondheidsrisico’s op de lange termijn.”

Wanneer er te weinig water is door droogte of juist te veel door hevige regenval zijn er meestal allereerst zorgen over de waterkwantiteit, want dat is het meest zichtbaar. Van Vliet: “De invloed op de waterkwaliteit is een meer onzichtbaar probleem en krijgt daardoor minder aandacht. Al groeit de bewustwording hierover gelukkig wel.”


Tekst: Thessa Lageman, Onder Woorden

Dit interview is gepubliceerd in het RIWA Jaarrapport 2023 De Maas